In onze vorige blogs beloofde we meer uitleg over de hormonen en neurotransmitters adrenaline, noradrenaline en cortisol.
Graag leggen we jullie ook het algemeen aanpassingssyndroom uit.
Dit geeft je weer extra inzichten en kennis over spanning en stress.
Het algemeen aanpassingssyndroom stelt ons in staat om met stress om te gaan.
Het beschrijft het proces van de natuurlijke reactie van de mens op situaties van stress.
Stressoren zijn dingen die stress veroorzaken.
Voorbeelden van externe stressoren:
Voorbeelden van Interne stressoren:
Het algemeen aanpassingssyndroom bestaat uit 3 fasen:
Wanneer een stressor jou bereikt of lijkt te bereiken, begint je lichaam zich zo weerbaar mogelijk te maken.
Ons lichaam doet dit, zodat je in staat bent de stress aan te kunnen.
Denk hierbij aan onze schrikreactie als iets valt. We horen het vallen, het lichaam maakt dan direct stresshormonen vrij en deze zorgen ervoor dat we in 1 seconden klaar staan om te vechten, te vluchten of juist doodstil te staan. Dit zijn de bekende bevries-, vecht- of vluchtreacties.
Alle systemen in ons lichaam worden volledig gemobiliseerd en voorzien van extra voorraden.
Het leger wordt als het ware opgetrommeld.
In deze fase is het ook kenmerkend dat paniek om de hoek komt kijken. Denk aan een reactie als hard gillen, vechten, slaan en schelden. Sommige mensen bevriezen als het ware juist. Ze staan dan volkomen stil.
Dit was vroeger, - in sommige hedendaagse situaties nog steeds-, een reactie zodat de vijand (mens of dier) je niet zag. Het zijn instinctmatige reacties vanuit ons oerbrein.
Je oerbrein stuurt vrijwel al je gedachten en handelingen. Het is vooral gericht op overleven. Energie besparen is daar onderdeel van.
In deze fase zien we ook extreme vluchtreacties zoals uit een raam springen bij brand.
Deze fase start als de stressor/het gevaar aanwezig blijft na de eerste fase.
We richten ons nu specifiek op de stressor en worden minder belastbaar voor andere vormen van stress. We worden als het ware tijdelijk milder richting andere stressoren.
Alle energie gaat op en wordt geprojecteerd op die ene bron van stress oftewel de stressor.
Alle lichamelijke en psychische acties en reacties zijn erop gericht de stressor uit te schakelen, zodat er weer balans komt in het lichaam en het lichaam zich kan herstellen. Wanneer hij niet uit te schakelen valt, wordt een overlevingsmechanisme actief, dat moet zorgen voor een vorm van acceptatie waardoor de balans weer hersteld wordt.
In deze fase komen er nog meer stresshormonen vrij. Die zorgen ervoor dat er nog meer energie kan worden geproduceerd of dat de energie tijdelijk wordt omgeleid naar de processen die specifiek gericht zijn op die ene bron/stressor/stress.
Deze fase herkennen veel mensen aan specifieke klachten die ze hebben bij stress:
- Hoofdpijn,
- Sneller geïrriteerd,
- Slecht slapen,
- Zweet aanvallen,
- Minder seksueel geïnteresseerd.
We belanden in fase 3 als het ons niet lukt om ons aan te passen aan de nieuwe situatie en aan de bron van stress.
Hier komt overspannenheid en daarna burn-out om de hoek kijken. In een volgende blog zal ik meer over burn-out uitleggen.
Veel mensen halen deze fase gelukkig niet, omdat de bron van stress is opgelost of omdat ze een manier van omgaan met de stress hebben ontwikkeld die voor hen goed werkt. Coping noemen we dit. Lees meer over coping in een van mijn andere blogs.
Overspannenheid, opgevolgd door burn-out, komt in deze fase aan de orde, omdat onze bronnen van energie leeg raken en er geen ruimte is om nieuwe aan te maken.
Ons lichaam zet dan bepaalde lichaamsmechanismen geleidelijk uit. Het gaat als het ware op rantsoen om te overleven. De voorraden zijn bijna op en het verdeelt wat het nog over heeft.
Klachten vanuit fase 1 worden verergerd en je wordt ziek door de stress.
Doe nooit aan zelfdiagnose. Schakel een arts in met kennis en expertise en zorg voor goed geschoolde begeleiding van o.a. onze praktijk.
Bij stress geven de bijnieren opdracht om adrenaline, noradrenaline, cortisol en andere stress gerelateerde hormonen af te scheiden.
De hormonen en neurotransmitters adrenaline, noradrenaline en cortisol brengen het hele lichaam in paraatheid , zodat je in minder dan 1 seconde paraat bent. Lees hierover meer in onze andere blogs over stress.
Adrenaline reageert vooral op de psychologische belasting van de situatie.
Adrenaline vernauwt de bloedvaten en versnelt de hartslag, zodat de bloeddruk omhoog gaat.
Dit is belangrijk, omdat de hersenen, spieren en organen extra zuurstof nodig hebben in tijden van stress.
De bloeddruk daalt weer als de betreffende situatie eindigt.
Kenmerkend voor adrenaline is dat het onze tijdsbeleving beïnvloedt.
Slow motion gevoel wordt hierbij vaak beleefd.
Het lijkt alsof er tijd in overvloed is om te handelen en actie te ondernemen.
Dit is ook nuttig omdat het gedetailleerde snelle acties mogelijk maakt.
Naast het verhogen van de hartslag en het vernauwen van de bloedvaten, zorgt adrenaline er ook voor dat onze bronchiën in de longen verwijden waardoor er meer zuurstof kan worden opgenomen.
Verder is het verantwoordelijk voor verhoging van de bloedsuikerspiegel en een verhoogde vetafbraak.
Bij angst voor een examen bijvoorbeeld, maken we meer adrenaline aan en dat is
merkbaar door een verhoogde aandrang om te gaan plassen.
Noradrenaline is gevoeliger voor fysieke belasting.
Noradrenaline heeft ongeveer dezelfde effecten als adrenaline op het lichaam.
Hij heeft ook een bloeddruk verhogende werking door een versterkte pompwerking van het hart.
Noradrenaline is bij stress o.a. werkzaam in de spijsverteringsorganen. Het zorgt ervoor dat de werking tijdelijk minder is of zelfs wordt gepauzeerd. De functie hiervan is dat de tijdelijke vermindering of pauze zorgt dat er meer bloed beschikbaar is voor de werking van onze hersenen en spieren.
Onze hersenen hebben het bloed hard nodig voor alle denkprocessen en aansturingsprocessen.
Onze spieren moeten bevoorraad worden om op volle kracht te kunnen handelen.
De bijnierschors scheidt cortisol en DHEA af. DHEA beschermt het lichaam tegen veel van de negatieve effecten, veroorzaakt door een overmaat aan cortisol.
Zo veroorzaakt cortisol (om een paar voorbeelden te noemen):
Verlies van spiermassa, terwijl DHEA de spieropbouw bevorderd, door in essentie het door cortisol afgebroken spierweefsel weer op te bouwen.
Een verhoogd cortisolgehalte onderdrukt de afweer, terwijl DHEA het immuun vermogen vergroot.
Een verhoogd cortisolgehalte veroorzaakt gewichtstoename, terwijl DHEA zorgt voor vetverbranding en gewichtsverlies.
Cortisol zorgt voor extra energie mobiliserende processen. Zo remt hij bij acute stress belangrijke orgaanfuncties om extra energie vrij te kunnen maken voor de andere processen.
Cortisol zorgt er ook voor dat ons immuunsysteem minder werkt. Dit komt door de remming van belangrijke orgaanfuncties. Dit heeft veel invloed op onze lichamelijke reacties bij infecties. Het lichaam kan die dan minder goed aan waardoor het minder snel geneest. Er komen door een verhoogd cortisolniveau minder immuun cellen in actie.
Toch is cortisol heel nuttig.
Het hierboven staande is alleen van toepassing wanneer ons cortisollevel lange tijd te hoog is.
Dit ontstaat bij fase 2 van het algemeen aanpassingssyndroom en is van toepassing in fase 3.
Cortisol regelt nuttige dingen als de afbraak van verschillende eiwitten, zorgt voor de aanmaak van glucose en beïnvloedt op een gunstige manier de bloeddruk, het cholesterolgehalte en de werking van het afweersysteem. Zolang het cortisollevel maar in balans kan blijven.
We hopen kennis via deze weg weer met eenieder te kunnen delen.
Schroom niet om contact te zoeken als je ergens tegen aan loopt en je graag hulp wilt.
Geef het een kans!
Stress is echt een gemene deler in het spel. Laat hem je niet beheersen!
Voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar:
www.KidsCoachingHakemulder.nl
Leeghwaterstraat 25,
2811 DT Reeuwijk
Praktijkruimte 27