Als we stress ervaren spelen zich allerlei lichamelijke en geestelijke processen in ons lijf af.
Lees hier meer over in mijn blog: Wat doet stress in je lijf?
Iedereen reageert anders op stress.
Bepalend zijn:
Stressoren zijn dingen die stress veroorzaken. Er bestaan externe en interne stressoren.
Voorbeelden van externe stressoren:
Voorbeelden van Interne stressoren:
Stressvolle gebeurtenissen zetten het aanpassingsvermogen van mensen onder druk.
De psychiaters Joseph Zubin en Bonnie Spring gebruikten de metafoor van een touw dat aan het plafond hangt en waaraan een gewicht is bevestigd.
Afhankelijk van het aanpassingsvermogen of de draagkracht van het touw kan het op vier manieren reageren op het gewicht (draaglast):
Dit wil zeggen dat iedereen verschillend reageert op stressoren/stress. Ze kunnen blijvende veranderingen veroorzaken of erger nog, schade.
Wanneer onze stressreactie vaak optreedt of langdurig aanhoudt, krijgt het lichaam
niet voldoende tijd om zich te herstellen en spreken we van chronische stress.
De gevolgen van chronische stress zijn onder andere:
Er is een verhoogde kans op lichamelijke en psychische aandoeningen of een verergering daarvan.
Stap 1:
We worden getriggerd door Stressoren.
Stap 2:
In een fractie van een seconden nemen we deze in ons op.
Stap 3:
We geven er snel een eerste beoordeling aan.
Eerste beoordeling:
Voordat we in actie komen, vindt er een inschatting van de bedreigende situatie
plaats.
Dit inschattingsproces kan in drie categorieën worden onderverdeeld:
Voor het moment van handelen is aangebroken, vindt er eerst een proces
plaats waarbij je de ernst en betekenis van de situatie of gebeurtenis
inschat.
Als eerste moet er antwoord gevonden worden op vragen als:
Stap 4:
Stap 5:
Er vindt een tweede beoordeling plaats met de opgedane kennis uit stap 1-4.
Het inschattingsproces kan zich als volgt afspelen:
bewust, onbewust, automatisch, intuïtief, impulsief en rationeel.
De signalen die als bedreigend worden opgevangen krijgen voorrang. Deze signalen moeten namelijk heel snel worden verwerkt om te weten of we ons zelf in veiligheid moeten brengen en hoeveel tijd daarvoor is.
In deze fase staan vragen centraal als:
Hierbij worden emoties gevormd. Enthousiasme, blijdschap, angst, woede, eenzaamheid, bedrogen gevoel, falen zijn voorbeelden van emoties die bij ons tweede oordeel gekoppeld worden aan onze bevindingen.
Stap 6:
Hierna komt de keuze en wordt de balans opgemaakt of we de stressoren de baas kunnen en of we genoeg mogelijkheden en vaardigheden hiervoor in huis hebben.
Stap 7:
Een coping strategie wordt gekozen.
Coping wordt ook wel zelfhandhaving genoemd.
Coping betekent letterlijk: kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen.
Wanneer er sprake is van stress, wordt iemand om dat moment overvraagd.
lemand die stress ervaart, kan geen hulpmiddelen mobiliseren, dus hij probeert om te gaan met de stress. En dat is coping.
Het gaat hierbij om vragen als:
De antwoorden zijn bepalend voor hoe we ons uiten of gedragen.
Coping is dus bedoeld om de als bedreigend of stressvol ervaren situatie meester te blijven of de baas te worden.
Stap 8:
Coping kan worden verdeeld in 2 categorieën: Probleem oplossende en Emotiegerichte strategieën.
Probleem oplossende strategieën:
We willen graag controle uitoefen op de situatie.
Kenmerkend is dat iemand zich bezighoudt met het actief benaderen van de stressor.
Hij denkt na hoe hij de situatie wil aanpakken, wat hij daarvoor nodig heeft, hoe hij het moet uitvoeren, zoekt naar alternatieven en zet het plan dan in werking.
Bijvoorbeeld: De auto heeft een lekke band (stressor). Zoekend naar een oplossing kom je op verschillende keuzes uit. Je kunt gaan fietsen, je collega vragen om je op te halen, een taxi bellen, afzeggen, je band verwisselen, etc. Allemaal ideeën die je soms in enkele seconden of minuten bedenkt. Let wel op, wanneer dit je zoveel stress geeft dat je totaal van slag raakt, is de probleem oplossende strategie moeilijk benaderbaar. Eerst moet men tot bedaren kunnen komen.
Emotiegerichte strategieën:
Hierbij gaat het juist nadrukkelijk om emoties die worden ervaren, onder controle te krijgen en te houden.
Het gaat hierbij om situaties die je niet (meer) kunt veranderen. Denk aan het weer, een overlijden, ontslag, verhuizing, etc.
Activiteiten als sport werken hierin goed.
Deze vormen van bewegen helpen het adrenaline niveau naar beneden te brengen waardoor stress afneemt en je meer controle krijgt over o.a. emotieregulatie.
Erover praten met anderen werkt vaak verhelderend en opluchtend, waardoor stresshormonen afnemen. Het helpt je ook je strategieën uit te breiden door tips en adviezen te vragen die mogelijk helpend zijn voor een volgende keer.
Wat je vaak tegenkomt bij emotie gerichte strategie, is dat men probeert zijn zegeningen te tellen. Bijvoorbeeld: het had nog veel erger gekund, of gelukkig is het geen.…, dat zou nog veel erger zijn of ze zoeken steun in hun geloof.
Maar als het iemand niet lukt om er op een positieve manier mee om te gaan, kan hij ook boos, bitter of depressief worden.
En wie net doet of er niets aan de hand is en het probleem ontkent, zal hoe dan ook later de rekening gepresenteerd krijgen.
Welke functies heeft coping:
Coping heeft vijf belangrijke functies die bijdragen aan een succesvolle aanpassing aan stress:
1. Het effect van schadelijke externe omstandigheden verminderen.
2. Het tolereren van of zich aanpassen aan negatieve gebeurtenissen.
3. Het houden van een positief zelfbeeld.
4. Het houden van emotioneel evenwicht en het verminderen van emotionele stress.
5. Het houden van een bevredigende relatie met anderen.
Leeghwaterstraat 25,
2811 DT Reeuwijk
Praktijkruimte 27